Maandag 6 januari De ochtend bezig geweest met ‘The isja way of life’ en lessen voorbereiden. In de middag 1 uur sportles en boodschappen. In de supermarkt werd ik me toch een potje chagrijnig. Nou heb ik wel een hekel aan boodschappen doen, maar dit was buiten proporties. Alles en iedereen irriteerde me mateloos en ik kreeg hoofdpijn van mezelf. Blij toen ik weer thuis was, (zonder iemand iets aan te hebben gedaan) had ik gelukkig net genoeg tijd om tot bedaren te komen voordat manlief thuis kwam van het werk. En na het diner was ik weer helemaal mijn vrolijke zelf. Hallo, suikerdip! In de avond nog 1 uur sportles. Ontbijt: havermout, appel, nootjes, kaneel (jep, alweer 😊) Lunch: havermout, banaan, nootjes, kaneel en rode bietensap Diner: bloemkool en kipschnitzel
Dinsdag 7 januari In de ochtend bloed prikken bij de dokter. Puur uit nieuwsgierigheid eigenlijk, een check-up van mijn gezondheidsstatus zeg maar. De uitslag duurt een week, dan kan ik er ook pas iets meer over vertellen. In tegenstelling tot gisteren voel ik me vandaag engergiek en fit. Ik heb energie voor 10, een helder hoofd en (het allerbelangrijkste) ik ben goedgehumeurd 😊. De hele dag ben ik in de weer met van alles en nog wat en binnen de kortste keren is het al tijd om ’s avonds naar yoga te gaan. Ontbijt: havermout, appel, nootjes, kaneel Lunch: mix van gerst en bulgur met linzen, rucola, peer en zongedroogde tomaatjes Diner: 2 (rogge)boterhammen met avocado, tomaat en gekookt ei druiven en rode bietensap
Woensdag 8 januari Overdag werken horeca, waar ik merk dat ik toch niet genoeg heb aan 2 boterhammen met kaas om de dag mee door te komen. Ik voel me suf en moe. Na het avondeten naar de Kaufland, om groot inkopen te doen. Het kost me geen moeite om de chocolade afdeling te mijden, maar bij thuiskomst lijkt het wel alsof ik iets van tevredenheid mis over ‘de buit’. Niet dat ik daadwerkelijk zin heb in iets zoets, het is meer de gewoonte dat ik meestal met ‘iets lekkers’ thuis kom die paar keer per jaar dat ik naar de Kaufland ga. Dat ‘ontbreekt’ nu natuurlijk, maar ‘ontbreekt’ er wel echt iets? Als ik er even bij stil sta, vind ik van niet. Want ik heb helemaal geen behoefte aan zoetigheid, ik heb honger, dus eet ik wel een boterham. Ontbijt: havermout, appel, nootjes, kaneel Lunch: 2 (spelt)boterhammen met kaas en druiven Extra: (mini)broodje met zalm Diner: broccoli, vegetarische schijf en aardappeltjes uit de oven Avond: 2 (spelt)boterhammen met kaas en druiven
Donderdag 9 januari Rustige ochtend met wat huiselijke klusjes, lesvoorbereiding, schrijfblok bijwerken dat soort dingen. In de middag 2 uur sportles. Avonddienst horeca. Vandaag heb ik 3 degelijke maaltijden verorberd en ik merk meteen een verschil ten opzicht van gisteren. Ik heb geen last van energiedips of inzinkingen en ik heb voldoende energie om de dag goed door te komen. Als ik ’s avonds thuis kom van de avonddienst heb ik wel weer honger, maar na hard gewerkt te hebben, vind ik dat niet gek. Ontbijt: havermout, appel, nootjes, kaneel Lunch: mix van gerst en bulgur met linzen, rucola, peer en zongedroogde tomaatjes Diner: 2 (rogge)boterhammen met avocado, tomaat en gekookt ei appel en rode bietensap Avond: 2 (spelt)boterhammen met kaas en druiven
Vrijdag 10 januari In de ochtend 1 uur sportles, waar ik na afloop zelfgebakken wafels krijg aangeboden. Het voelt lastig om te weigeren. Niet omdat ik er zin in heb, dat is namelijk niet het geval. Maar meer ‘uit fatsoen’. Alsof het onbeleefd is om te weigeren. Toch sla ik het aanbod vriendelijk af en constateer ik opgelucht dat er geen ruzie door ontstaat. Van daaruit ga ik nog snel naar de winkel, aangezien ik maandag zo opgefokt door de winkel liep, was ik de helft vergeten. Thuis poetsen en in de middag nog een sportles van 1 uur. ’s Avonds gaan we naar een verjaardag, waar bij binnenkomst de koek al uitgestald staat. Ik heb honger en behoefte aan een maaltijd, dus daar kan ik zonder blikken of blozen langs lopen. We bestellen eten bij de Italiaan en ik schiet een beetje in de stress. Daar had ik niet op gerekend en mijn brein begint meteen te ratelen over wat ik dan het best kan kiezen. Ik besluit niet moeilijk te doen en kies een vegetarische pizza, die overigens wel goed smaakt. Na het eten wordt alsnog de koek aangeboden en ik hoor mezelf denken: ‘toch wel lekker, 1 stukje’. Dan bedenk ik me dat ik bommevol zit van de pizza en helemaal geen honger meer heb. En op dat moment voelt het weglaten van zoetigheid voor de eerste keer als een opluchting. Een verlichting van de keuzestress. Ik zit op de goede weg! Ontbijt: havermout, appel, nootjes, kaneel Lunch: rucola, brie, peer en druiven met 2 Limburgs zwartbrood en rode bietensap Diner: vegetarische pizza (niet de hele pizza, dat was veel te veel)
Zaterdag 11 januari Overdag werken horeca Wijnavondje met manlief….zonder snacks….wel met 2 boterhammen laat in de avond. Ontbijt: havermout, appel, nootjes, kaneel Diner: boekweit, schnitzel, paprika, champignons, ui salade van sla, komkommer, tomaat, radijs en bosui Avond: 2 (spelt)boterhammen met kaas en druiven
Zondag 12 januari Ontspannen dagje thuis. Het leuke is, waar ik een paar weken geleden nog dacht dat er echt wel iets lekker bij de film hoorde, ik het vandaag helemaal niet gemist heb. Geen tripjes naar de supermarkt voor een pot ijs of reep chocolade. Een dag thuis, zonder afleidingen en je afvragen: ik heb zin in iets, maar ik weet niet wat. En zo zie je maar, dat behalve de fysieke verslaving aan suiker, het aspect gewoonte misschien nog wel zwaarder weegt. En met dat besef wordt het na bijna 2 weken alleen maar makkelijker! Ontbijt: havermout, appel, nootjes, kaneel Lunch: pannenkoek van banaan en ei, druiven en ananas Diner: boekweit, schnitzel, paprika, champignons, ui (van gisteren) salade van sla, komkommer, tomaat, radijs en bosui
댓글