Ga maar mediteren’, zeiden ze tegen me. Daar zat ik dan, in een ongemakkelijke houding met mijn ogen gesloten. Want dat hoort zo, dacht ik. Alleen het stilzitten vond ik al lastig genoeg. Mijn voet wipte als vanzelf vrolijk op en neer. Ik kreeg kramp in mijn kuit, de pijn in mijn heup schreeuwde om aandacht en zonder het te beseffen schommelde ik zachtjes van links naar rechts. Mijn lichaam wilde overduidelijk niet meewerken en echt verbaasd was ik daar niet over. Als kind kon ik al niet rustig op een stoel blijven zitten. Ik kreeg dan ook regelmatig het dringende verzoek van mijn ouders om ‘toch eens stil te blijven zitten’. Toen ik eenmaal groot was, bleek dat deze onrust niet zomaar ineens verdween. Het werd zelfs erger. Zo erg dat een collega mij een keer vertelde dat hij zeeziek van mij werd… Daar trok ik mij natuurlijk niks van aan en antwoordde dat hij zich niet zo moest aanstellen, maar het zette me wel aan het denken.
En denken deed ik. Veel te veel. Constant en altijd. Mijn gedachten waren als wervelwinden die door mijn hoofd raasden. Dat is waar de onrust zat. Mijn lichaam liet het me zien en voelen in de vorm van beweeglijkheid. Maar de onrust zelf zat in mijn hoofd. Het was als een vicieuze cirkel. Hoe onrustiger mijn gedachten, hoe beweeglijker ik werd. Des te beweeglijker ik reageerde, des te actiever werden mijn gedachten. Wat kan ik nu doen om die cirkel te doorbreken, vroeg ik me af. Mediteren was duidelijk niet de oplossing, aangezien het stilzitten een te groot struikelblok vormde.
Yoga dus! Ik had gehoord dat je daar rustig van wordt, dus wilde ik het wel eens proberen. Een beetje sceptisch was ik wel. Beelden van wierookwalmen, hypnotiserend gezang en een docente die al weken geen douche meer had gezien, schoten door mijn hoofd. Gelukkig viel het mee met de wierookgeur, was er geen hypnotiserend gezang en bleek de docente een heel normale vrouw te zijn! 😊. De les begon en we startten met ademhalingsoefeningen, waarbij ik alleen maar kon denken: wanneer is het voorbij? Daarna begonnen we aan de houdingen en kon ik in beweging komen. Dat veranderde alles. De bewegingen hielpen mij om mijn hoofd leeg te maken. Ik moest me concentreren op het uitvoeren van de houdingen, zodat er geen ruimte meer was voor andere gedachten. In mijn hoofd was het eindelijk eens stil. Gemotiveerd door die positieve ervaring bleef ik lessen volgen. Tot mijn verbazing waren die ademhalingsoefeningen na een tijdje helemaal niet meer zo vervelend. Ik merkte dat ik mijn ademhaling beter kon reguleren en daardoor ook meer grip kreeg op mijn rondzwervende gedachten. De houdingen maakten mijn lichaam flexibeler en mijn uithoudingsvermogen groeide.
Juist die combinatie van het mentale en het fysieke aspect is de reden dat ik mij aangetrokken voel tot yoga. Het mooie is dat de verhouding niet altijd in evenwicht hoeft te zijn. Op dagen dat ik me onrustig voel, leg ik de nadruk meer op het fysieke aspect. Een grotere fysieke belasting, om mijn energie kwijt te kunnen. En ook dan, voel ik me na een les opgelucht, rustig en kalm. Heb ik een dag minder energie, ben ik ‘uitgeblust met een duffe kop’, kies ik voor een rustige les. Een les waar ik me meer focus op mijn mentale gesteldheid in de vorm van ademhalingsoefeningen en ontspannende houdingen. Op die manier kan ik alles uit een les halen wat ik nodig heb. Juist die veelzijdigheid zorgt ervoor dat iedereen deze bewegingsvorm op zijn eigen manier kan ervaren. Dat is nu net de kracht van yoga.
Comments