top of page
Foto van schrijverRaischa Hutten

Regels van een Rebel

Bijgewerkt op: 23 feb. 2022



Lang leve de vrijheid. Geen regelmaat, geen ritme en ik lap alle zogenaamde voedingsrichtlijnen aan mijn laars. Nee hoor, zo rebels leef ik nu ook weer niet. Er zijn wel degelijk regels waar ik me aan houd, nouja een paar dan. Alleen regels die op mij van toepassing zijn en waar ik volledig achter sta. En eigenlijk zou ik ze niet eens regels willen noemen, dat vind ik zo’n lelijk woord. Alsof iemand anders je iets oplegt en je vertelt wat je moet doen. Ik zie het meer als een wijze van leven. Een wijze van leven waar ik me heel goed in kan vinden…en misschien jij ook wel 😊.


1. Fruit is het liefst alleen

De eerste is meteen de makkelijkste. Geen (rauw) fruit bij de maaltijd. Je zult mij nooit fruit als nagerecht zien eten. De reden is dat fruit zeer snel verteert en dus al een speer door je spijsverteringskanaal schiet. Als je fruit na de maaltijd eet, zit je maag vol met eten, dat langere tijd nodig heeft om te verteren. Daarbovenop arriveert dan die lekkere mango, die nergens naartoe kan. Het stuk fruit kan niet even snel via een inhaalstrook die voedingsbrij passeren. De mango is gedwongen om in de rij aan te sluiten en te wachten tot het zijn buurt is. Tijdens het wachten beginnen de verteringssappen wel al van de mango te slurpen. Hierdoor verteert de mango al, maar kan nog steeds nergens heen. De verteerde fruitresten blijven dus veel langer dan nodig in de maag, met als gevolg dat ze gaan gisten. Dit uit zich in gasvorming en laten we dat nou niet willen. Ditzelfde gebeurt als fruit tijdens de maaltijd gegeten wordt. Ook dan vormt zich een mengsel van verschillende voedingsmiddelen in de maag, waardoor het fruit niet de kans krijgt om zo snel mogelijk te passeren. Het beste is dus om fruit alleen te eten (zonder andere voedingsmiddelen, fruit in gezelschap nuttigen is natuurlijk wel ok 😊). Of ongeveer 15 minuten vóór de maaltijd (dan is het fruit al weg uit de maag tegen de tijd de rest van de voeding arriveert). Opmerking: Warm/gedroogd fruit is minder gevoelig voor gisting en kan dus eventueel wel gemengd worden met andere voedingsmiddelen. De appel die ik elke ochtend in mijn havermout eet, verwarm ik daarom samen met de havermout.


2. Zuivel met mate

Het is een felomstreden thema. Wel of geen zuivel. Persoonlijk ga ik niet zo ver dat ik zuivel volledig schrap uit mijn voedingspatroon, maar ik ga er wel voorzichtig mee om. Ik weet namelijk dat mijn darmen in een kramp schieten van zuivelproducten. Lang heb ik gedacht dat ik een lactose-intolerantie had, maar dat bleek niet zo te zijn (ik heb me laten testen). Intolerant ben ik dus niet, maar wel gevoelig. Wanneer ik te veel zuivel nuttig, voel ik me opgeblazen, futloos en slijmerig. Dat wordt enerzijds veroorzaakt door de lactose (melksuiker). Mijn lichaam maakt niet genoeg van het enzym ‘lactase’ aan, om de lactose te verteren. Anderzijds door het feit dat zuivel van koemelk zeer lastig te verteren is voor ons lichaam. Het kost veel energie en vaak worden de eiwitten niet volledig verteerd, waardoor zich rottende bestanddelen in de darmen kunnen vormen. Niet fijn dus. Geitenzuivel is lichter verteerbaar dan zuivel van koemelk (hoewel het wel lactose bevat), maar ik vind het niet lekker. Dus kies ik liever voor kleinere hoeveelheden van koemelkzuivel. Overigens wel altijd zo min mogelijk bewerkt en zonder toevoegingen. Zo min mogelijk bewerkt houdt ook in dat ik niet kies voor producten waar de lactose uit verwijderd is. Daar is namelijk zo veel aan gesleuteld, dat het in niks meer lijkt op het origineel. Daarnaast vermijd ik vetarme zuivel. Vet heeft namelijk de eigenschap om eiwitten langer in de maag te houden, waardoor de vertering optimaal verloopt. In de natuur komen eiwit en vet altijd samen voor in voedingsmiddelen. Hoe meer eiwit, deze te hoger het vetpercentage. In bijvoorbeeld vetarme yoghurt is het vetpercentage kunstmatig naar beneden gebracht, terwijl het eiwitgehalte hetzelfde is gebleven. Dit bewerkingsproces heeft dus direct gevolgen voor de mate waarin wij deze yoghurt kunnen verteren. Het eiwit verteert minder goed en daarbovenop blijft ook het verzadigingsgevoel uit. Waarmee de behoefte om meer te eten stijgt. Niet erg handig dus, als ik zuivel wil beperken in mijn voedingspatroon.


3. Wissel vlees af met vis en/of vegetarisch

Vlees is zeer moeilijk te verteren. Het vraagt veel van de spijsvertering, met als risico dat andere voedingsstoffen minder goed opgenomen kunnen worden. Daarom wissel ik zoveel mogelijk af met vegetarisch en vis. Bovendien vind ik vegetarische voedingsmiddelen vaak nog lekker ook. Juist die producten met een eigen unieke smaak vind ik goed te pruimen. Een javaanse schijf, vegetarische balletjes of falafel bijvoorbeeld. Bovendien zijn mijn darmen een stuk gelukkiger, wanneer ik een maaltijd zonder vlees consumeer. Hetzelfde geldt voor vis. Dat is ook makkelijker te verteren dan vlees en bevat daarnaast ook nog goede meervoudig onverzadigde vetten. Elk van deze middelen bevatten hun eigen voor- maar ook nadelen. Juist daarom is het zo van belang om af te wisselen. Ondanks het feit dat vlees moeilijk te verteren is, geldt ook hier (net als bij zuivel), dat ik volledig schrappen uit mijn voedingspatroon niet nodig vind. Ik eet het dus wel, maar in beperkte mate.


4. Geen Spontane Snaaimomenten

Zin hebben om te eten. Geen honger, maar lekkere trek. Soms is het verschil lastig te onderscheiden. Een vuistregel (die stamt uit mijn kindertijd, maar nog steeds werkt) die ik hanteer is: Als ik geen zin heb in een appel, heb ik geen honger. Hèt bewijs dat het gaat om lekkere trek en ik heb een manier gevonden om daarmee om te gaan. Ik wacht tot het over gaat, gaat het niet over, dan geef ik toe. De redenering hierachter is dat ik vind dat iedereen het verdient om zich af en toe te laten gaan. Niet alléén maar bezig zijn met gezond eten. Niet altijd op scherp hoeven staan, maar de controle even laten varen. Dat gezegd hebbende, is het natuurlijk wel van belang dat dit niet te vaak gebeurt en daarom heb ik deze regel ingevoerd. Ik weet namelijk van mezelf dat ik een emotie-eter ben. Momenten dat ik gefrustreerd ben of niet lekker in mijn vel zit, zijn mijn grootste valkuilen. In plaats van meteen naar eten te grijpen, wil ik er juist voor zorgen dat ik me beter voel. En dat doe ik door niet toe te geven aan de lekkere trek, maar afleiding te zoeken. Iets zoeken waar ik op dat moment vrolijk van wordt. En dat kan van alles zijn. Rustig een boek lezen, een wandeling maken, muziek luisteren, een yogasessie, noem maar op. En dat helpt echt. 9 van de 10 keer is de trek in eten daarna verdwenen èn ik voel me beter. Die ene keer dat het niet verdwijnt vind ik daarom ook niet zo’n ramp en zie ik het als mijn genietmomentje.


5. Beweeg!

”Zucht.” Al 10 miljoen keer gehoord zeker. Mijn regel is echter niet dat ik móet bewegen. Dat werkt namelijk niet voor mij. Ik heb geen vooraf vastgesteld sportregime, want ik heb een hekel aan regelmaat. Als iets moet, heb ik al geen zin meer. Wat ik juist wil, is zin krijgen om te bewegen. En dat gebeurt door toe te geven aan impulsen. Waar ik bij het vorige punt juist niet direct wil toegeven aan een impuls voor lekkere trek. Wil ik hier juist zo snel mogelijk ingaan op de drang om te bewegen. Want die drang komt ècht wel en ontstaat bovendien helemaal vanzelf. Die ene milliseconde dat het idee in me opkomt om een wandeling te maken, de muziek keihard aan te zetten en te gaan dansen, eens proberen of het lukt om een handstand te maken of de zolder op te ruimen. Het feit dat zo’n idee in me naar boven komt, is een teken dat ik zin heb om lichamelijk bezig te zijn. En het maakt niet uit wat ik doe of waar ik ben. Het leuke is namelijk dat het helemaal niets groots hoeft te zijn. Het ligt er maar net aan wat de mogelijkheden op dat moment zijn. Het voornaamste is namelijk zo snel mogelijk reageren en in actie komen. Voor ik het weet kan de impuls om te bewegen namelijk weer voorbij zijn, maar zit ik wel met een onrustige gevoel: ‘had ik maar’. Het idee dat beweging zo vaak en zo veel mogelijk moest voorkomen in mijn levensstijl, was de reden dat ik in het verleden altijd vastliep. Als ik namelijk een dag wel de drang had om te bewegen, maar niet veel tijd. Vond ik dat het toch geen zin had en dat ik net zo goed helemaal niks kon doen. Terwijl ik nu denk: beter 5 minuten met plezier bewogen, dan de hele dag onrustig zitten zijn. Elke vorm van beweging is van waarde. En juist door die mate van vrijheid zie ik bewegen als plezier en niet als een onderdeel van mijn to-dolijst.



0 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


Post: Blog2_Post
bottom of page