Stel, je wil een six-pack kweken. Je doet een paar sit-ups en er is in de verste verte nog geen buikspier te bekennen. Je stapt over op een andere oefening en ook nu is er nog steeds geen wasbord zichtbaar. Je besluit dat sporten toch niks voor je is en nestelt je op de bank met een pot ijs. Tja, je hebt het in ieder geval geprobeerd. Constante afwisseling is hier duidelijk niet de oplossing.
Het kan ook anders. Er was eens een tijd dat ik elke dag een ander yoga filmpje zocht. Ik was al een half uur kwijt aan het kiezen van een filmpje, vooraleer ik kon beginnen met mijn yogasessie. Nu ik zelf docent ben, heb ik een filmpje niet nodig, maar is het wel fijn om af en toe een sessie van iemand anders te volgen. Dat deed ik dus vorige week en de sessie beviel me zo goed, dat ik de dag erna dezelfde les opnieuw deed. En de dag erna nog een keer. De 3e dag merkte ik dat ik minder actief hoefde te luisteren naar de instructies. Ik wist immers al wat er ging komen en hoefde ook niet meer af en toe een scheef oog op het beeldscherm te werpen. Daardoor kon ik me beter concentreren op de uitvoering. De houdingen voelden comfortabeler aan en de hele sessie verliep ineens moeiteloos. Mijn lichaam kreeg de gelegenheid om te wennen aan de bewegingen en de daarbij behorende inspanningen, waardoor de houdingen steeds makkelijker uit te voeren waren. Kortom ik merkte vooruitgang. En dat kan alleen met gelijkwaardig vergelijkingsmateriaal.
Met voeding geldt dat net zo. Een gevarieerd voedingspatroon wordt van alle kanten aanbevolen en dat spreek ik zeker niet tegen. Het doel daarvan is echter om een zo uitgebreid mogelijk pakket aan voedingsstoffen binnen te krijgen, om je lichaam te voorzien van alles wat het nodig heeft. Dat betekent echter niet dat je altijd maar compleet nieuwe creaties moet bedenken. Het nadeel van te veel variatie is namelijk dat je lichaam niet de tijd krijgt om zich aan te passen aan bepaalde ingrediënten. Je kent het wellicht wel. Als je op vakantie bent en je tegoed doet aan curry’s, gebakken kangoeroe, Marokkaanse kruiden, Libanese stoofschotels en Britse bloedworst. Jij vindt het allemaal hartstikke lekker, maar je buik is er minder blij mee. Het is maar wat je gewend bent. Als ik bijvoorbeeld naar Spanje ga, heb ik nergens last van. Mijn lichaam heeft geen moeite met de liters olijfolie, dat is bekend terrein. Ga ik echter naar Polen waar vooral aardappelen en vlees (veel vlees) op het menu staan, dan zie ik er na een paar dagen uit alsof ik 3 maanden zwanger ben.
Nou lijken dit natuurlijk extreme en uitzonderlijke situaties. Want ja, zó vaak gaan we toch niet op vakantie. Misschien niet, maar thuis halen we wel de hele wereld in huis. We experimenteren met de meest exotische ingrediënten, waarbij onze buik elke dag in een ander werelddeel woont. Daarbovenop proberen we ook nog dieet na dieet, dat na 2 weken niet blijkt te werken en gooien ons hele eetpatroon weer ondersteboven. Met als gevolg dat ons lichaam in een constante staat van paniek verkeert, omdat het totaal geen idee heeft waar het aan toe is. En we weten allemaal wel dat dàt absoluut niet bevorderlijk is voor de spijsvertering.
Variëren ‘met mate’ dus. De beste optie voor je lichaam, maar zeker ook voor je hersenpan. Scheelt namelijk weer wat kopzorgen als je niet constant de meest spannende creaties hoeft te bedenken. Zo heb ik bijvoorbeeld een aantal favoriete gerechten en daaromheen probeer ik hier en daar wat uit. Zo heeft mijn lichaam altijd herkenningspunten en alleen af en toe een beetje paniek. Een vast herkenningspunt is voor mij altijd het ontbijt…met havermout ja….elke dag. Voor sommigen signalen van sleur en saaiheid. Voor mij juist een opluchting om niet elke dag een keuze te hoeven maken. Als je ergens tevreden over bent, waarom zou je dan op zoek gaan naar iets anders. Als het werkt, dan werkt het. Nieuw is niet altijd beter.
Comments